Een kabeltester is een elektrisch of elektronisch apparaat om via een automatische test te contoleren of een (utp) kabel functioneert.
Bij problemen is het een handig apparaat om het exacte probleem vast te stellen.
Behalve voor netwerkkabels zijn er ook kabeltesters voor coax kabels, elektriciteitsleidingen of analoge telefoonkabels.
Kabels kunnen vanwege allerlei redenen defect raken. Bijvoorbeeld doordat iemand er op is gaan staan, omdat ze in een scherpe bocht gebracht zijn of omdat er iets los schiet. Ethernetkabels zijn een stuk kwetsbaarder dan bijvoorbeeld een netspanningssnoer. Defecten worden soms kenbaar door dezelfde symptomen als bij een kabel van slechte kwaliteit zoals hierboven genoemd. Het heeft daarom de voorkeur om de kabels op een veilige plek te leggen, om ze niet in scherpe bochten te leggen en ervoor te zorgen dat er geen kink in de kabel kan komen. Bij het laatste geval kan er door trekken aan de kabel makkelijk een breuk in een van de aders optreden.
Er is maar een bepaalde afstand te overbruggen met een ethernetkabel voordat er teveel signaalverlies plaats vindt. Hierbij geldt hetzelfde als bij een lage kwaliteit kabel: de verbinding wordt zeer langzaam, valt weg of verdwijnt zelfs in zijn geheel. Bij een goede CAT5E is deze afstand 100 meter. Dit kan echter minder worden als er een kabel van slechte kwaliteit gebruikt wordt. Als er meer dan 100 meter overbrugt moet worden, dan moet het signaal versterkt worden door middel van bijvoorbeeld een hub of een switch. Soms kan het probleem van slechte bekabeling ook opgelost worden door de netwerkkaart anders in te stellen. Hierbij moet er geschakeld worden van 100 Mb naar 10 Mb en van Full Duplex naar Half Duplex. Hierbij worden minder hoge eisen aan de kabel gesteld, maar de maximum snelheid van de verbinding gaat dan ook sterk omlaag.
Een cross kabel wordt gebruikt om twee computers of twee switches zonder uplink aan elkaar te verbinden. Als de switches een uplink poort hebben, voldoet een straight kabel om ze te verbinden. Daarbij wordt bij de ene switch de uplink poort gebruikt en bij de andere een reguliere poort. Veel switches zijn tegenwoordig auto-MDI/MDI-X en zoeken daarmee zelf uit wat er aan het andere einde van de kabel zit. Deze switches kunnen van een reguliere poort een uplink poort maken.
Stugge ofwel installatiekabel wordt in het algemeen gebruikt voor de onzichtbare verbindingen die in muren of leidingen van woningen en gebouwen te vinden zijn. Hierbij worden afstanden van maximaal 100 meter overbrugt. De kabel is wat dikker, minder flexibel. Dit is vanwege een solide koperen kern. Dit soort kabel dient afgemonteerd te worden op LSA stroken, zoals ze gevonden worden in patchpanelen, wandcontactdozen en modularjacks.
De patchkabel is dunner en flexibeler. Dit komt door een kern van zeer dunne koperdraadjes. De kabel is ook geschikt voor het zelf maken van patchkabels. Om een patchkabel te creëren, worden er aan de uiteindes RJ45 connectoren geplaats.
Hiervoor kan de CAT5E FTP buiten- of grondkabel aangeschaft worden. Deze is ontworpen om in vochtige omgevingen of buitenshuis te functioneren. De kabel is onder andere voorzien van een UV-stabiele en scheurbestendige PE mantel. Deze kabel kan gebruikt worden in netwerken welke tot 100 Mbts gaan.